Klokkenluiders straks beter beschermd
De Wet bescherming klokkenluiders wijzigt de huidige Wet Huis voor Klokkenluiders en zorgt voor de invoering van de EU-richtlijn bescherming klokkenluiders, waarmee de positie van klokkenluiders sterk moet worden verbeterd. De ministerraad heeft met het voorstel van minister Ollongren van BZK ingestemd. De Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog wel over buigen.
De Wet bescherming klokkenluiders wijzigt de huidige Wet Huis voor Klokkenluiders en zorgt voor de invoering van de EU-richtlijn bescherming klokkenluiders, waarmee de positie van klokkenluiders sterk moet worden verbeterd. De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Ollongren van BZK. De Tweede en Eerste Kamer moeten zich er nog wel over buigen.
Bewijslast verschuift
Het wetsvoorstel wordt pas openbaar na indiening bij de Tweede Kamer, maar heeft als doel om de bescherming van klokkenluiders die een vermoeden van een misstand melden uit te breiden. Verder krijgen melders van een inbreuk op diverse terreinen bescherming van het Europees recht. Melders die benadeeld zijn hoeven straks bijvoorbeeld niet meer aan te tonen dat zij benadeeld zijn vanwege hun melding. De bewijslast verschuift naar de werkgever. Die zal moeten aantonen dat de benadeling niets met de melding te maken heeft.
Ook sollicitanten beschermd
Daarbij wordt de kring van beschermde personen uitgebreid. Naast werknemers en ambtenaren worden straks ook vrijwilligers, stagiairs, zzp’ers, (onder)aannemers, aandeelhouders en sollicitanten beschermd. Kortom, iedereen die in het kader van zijn of haar werkzaamheden op een misstand of inbreuk op het recht van de Europese Unie stuit, deze op redelijke gronden meldt en naar aanleiding daarvan wordt benadeeld, wordt straks beschermd tegen represailles (ontslag, schorsing, overplaatsing of intimidatie). Het invoeren van de EU-richtlijn zorgt er ook voor dat mensen die klokkenluiders helpen worden beschermd, zoals collega’s en familieleden, de laatste echter 'in een werkgerelateerde context'.
Extern melden
Verder moeten interne meldprocedures van werkgevers aan strengere eisen voldoen. Organisaties met vijftig of meer werknemers moeten effectieve en efficiënte interne meldkanalen hebben. Klokkenluiders hoeven echter niet meer per se eerst de interne kanalen van hun organisatie te gebruiken, zij kunnen direct de externe kanalen benutten. In alle gevallen krijgen zij bescherming. Er worden ‘bevoegde autoriteiten’, zoals het Huis voor klokkenluiders, aangewezen die meldingen kunnen ontvangen en onderzoek kunnen doen of maatregelen kunnen nemen na een melding van een schending van het recht van de Europese Unie. Overheden en bedrijven moeten straks binnen drie maanden laten weten wat ze gaan doen met meldingen van klokkenluiders.
Informatie
Op de website wetbeschermingklokkenluiders.nl is vanaf juni informatie te vinden over aanstaande wetswijzigingen en eisen waaraan werkgevers en bevoegde autoriteiten moeten voldoen. Ook de website van het Huis voor klokkenluiders informeert over wetswijzigingen. Het Huis zal nieuwe meldautoriteiten helpen bij de voorbereiding van de invoering van de EU-richtlijn. EU-lidstaten zijn verplicht de richtlijn uiterlijk 17 december 2021 in hun nationale wetgeving te hebben opgenomen.
Nadere studie en overleg
Volgens het ministerie is het daarom niet mogelijk wetswijzigingen gericht op verbetering van de Wet Huis voor klokkenluiders, zoals geuit in de evaluatie van die wet en in de internetconsultatie voor deze wijziging, en die niet voortvloeien uit de richtlijn, in dit wetsvoorstel mee te nemen. Uit de evaluatie bleek immers dat het nog te vroeg was om goed onderbouwde conclusies te trekken en de suggesties ter verbetering in het aanvullende onderzoeksrapport vergden daarom nog nadere studie en overleg.
Omkering bewijslast
Eerder was het ministerie al ingegaan op suggesties van verschillende respondenten ter wijziging van het wetsvoorstel tijdens de internetconsultatie. In haar bijdrage merkt jurist en bestuurswetenschapper Caroline Raat op dat met betrekking tot het benadelingsverbod in het voorstel niet wordt aangeven waar de bewijslast, dan wel bewijslast van het tegendeel, ligt. Zij suggereert de bewijslast te verleggen naar de werkgever, waardoor het volledige bewijsrisico ook bij de werkgever komt te liggen en de bewijslast (de bewijslastverdeling en het bewijsrisico) zo in zijn geheel wordt omgekeerd.
Bewijsrisico voor melder
Het ministerie wijst erop dat de melder de bewijslast (en het bewijsrisico) heeft om de feiten waarop de vordering is gebaseerd aan te dragen: de melding of openbaarmaking en de benadeling. ‘Het causaal verband tussen melding of openbaarmaking en de benadeling wordt aangenomen totdat de werkgever het vermoeden van causaal verband weet te ontzenuwen. De bewijslast voor het aantonen van het ontbreken van causaal verband ligt bij de werkgever. Het uiteindelijke bewijsrisico blijft voor de melder.' In die zin dat de bewijslast alsnog, door het gewicht van het door de werkgever geleverde tegenbewijs, bij de melder komt te liggen. 'Het is dan aan de melder om alsnog het causale verband aan te tonen. Een verdergaande bescherming voor de melder is gelet op de richtlijn niet aan de orde.’ Daarom wordt nu ter verduidelijking, 'in navolging van de richtlijn', gesproken van een ‘verschuiving van de bewijslast’.
Wat er fundamenteel fout is aan deze benadering is dat er steeds wordt beweert dat de klokkenluider 'beter' zal worden beschermd. Nee, niet gewoon 'beschermd', wat afdoende zou moeten zijn, maar 'beter'.
Die bescherming is dus in de praktijk telkens een farce. Ook hier wordt weer door BZK de bescherming niet volledig doorgevoerd maar op de lange baan geschoven.
Veel klokkenluiderszaken met jarenlange procedures als gevolg zijn vaak volstrekt overbodig omdat de bewijslast wordt achtergehouden door de benadelende partij. Een volledig inzagerecht met dito extern onderzoek zou binnen een paar weken of maanden volledige helderheid kunnen verschaffen over aansprakelijkheid.
Per zaak bespaar je tonnen aan gemeenschapsgeld.